Indonesië financiert De Oost
DEN HAAG (6 januari 2021) – Zeker drie Indonesische bedrijven hebben de Nederlandse film De Oost mede gefinancierd. Dat blijkt uit onderzoek van Federatie Indische Nederlanders (FIN). Het nieuws zet de geloofwaardigheid van de film en het bijbehorende lespakket verder onder druk.
Drie in Jakarta gevestigde bedrijven blijken nauw betrokken bij de productie van de controversiële film. Het gaat om Ideosource Entertainment, BASE Entertainment en Kaninga Pictures. De Indonesische durfkapitalist Andi Boediman speelt daarbij een sleutelrol als beheerder van een filmfonds dat kapitaal werft bij private en publieke beleggers voor de productie van films met een Indonesisch perspectief. Ook dit fonds is aangeboord voor De Oost. Om hoeveel geld het exact gaat is onduidelijk.
Boediman is bovendien gesignaleerd op de set van de film. Of de Indonesiër ook invloed heeft uitgeoefend op de inhoud van de film is onbekend, maar het is onwaarschijnlijk dat vanuit Indonesië een film wordt gefinancierd, die kritisch staat ten aanzien van het Indonesische leger en haar geschiedenis. Daarmee nemen de zorgen onder criticasters van De Oost toe. Zij beschouwen de Indonesische betrokkenheid als een bevestiging voor hun vrees dat de film een onjuist en eenzijdig beeld zal geven van de periode 1945-1949 in voormalig Nederlands-Indië.
Beïnvloeding van de Nederlandse publieke opinie door Indonesië is niet nieuw. Vorige maand onthulde Nieuwsuur al dat een waar Indonesisch botleger op social media in, het Nederlands, Indonesische propaganda verspreidt over de situatie op West Papoea. De Indonesische financiële betrokkenheid doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van de film. Eerder zorgde een controversiële trailer al voor woedende reacties onder Indië-veteranen, Indische Nederlanders en Molukkers. Volgens FIN-voorzitter Hans Moll worden “Onze helden als nazi’s weggezet. Dit is een puur anti-Nederlandse propagandafilm”.
Tegenover EenVandaag liet filmproducent New Amsterdam Film Company daarop weten de ophef “voorbarig” te vinden. De film zou vooral “een multiperspectieve benadering op de koloniale geschiedenis” vormen. De Indonesische investeerders zullen echter vooral oog hebben voor de Indonesische markt van 267 miljoen mensen. Daarmee ontstaat de indruk dat de producent vooral over de rug van Indië-veteranen, Indische Nederlanders en Molukkers geld tracht te verdienen in Indonesië.
Indonesië heeft ook een ander concreet belang bij het financieren van De Oost. Daar strijdt al een halve eeuw de Organisasi Papua Merdeka voor onafhankelijkheid. Het Indonesische leger treedt hard op tegen deze ‘seperatisten’. Vanuit Nederland gaan al jaren stemmen op om het optreden van Indonesië in het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea te veroordelen. Met De Oost laat Indonesië zien dat Nederland zich geen morele superioriteit kan aanmeten bij de beoordeling van het optreden van Indonesische militairen.
De Indonesische betrokkenheid ligt extra gevoelig nu aan de film ook een lespakket over de periode 1945-1950 voor middelbare scholen is gekoppeld. Eergisteren bleek dat de filmproducent van De Oost, in tegenstelling tot eerdere uitlatingen, niet bereid was een disclaimer bij de film op te nemen waarin het fictieve karakter van De Oost zou worden benadrukt.
* FIN heeft de Nederlandse filmproducent om een reactie gevraagd, maar die houdt zich voor commentaar onbereikbaar.