De Rechtbank Den Haag heeft in haar uitspraak van 6 juli 2011 geoordeeld dat het de minister van defensie niet is toegestaan om tegenbewijs te leveren tegen het MGO-onderzoek waarbij dienstverband voor de klachten was aangenomen. Dit is weliswaar niet een heel erg recente uitspraak, maar wel een zeer belangrijke!
De feiten.
Het slachtoffer was als beroeps bepaalde tijd aangesteld in de functie van opleidingsplanner. In deze functie moest hij veelvuldig computer werkzaamheden onder grote druk verrichten. Op een bepaald moment kreeg het slachtoffer gezondheidsklachten waardoor hij zijn werkzaamheden niet meer kon verrichten.
Zoals gebruikelijk werd bij de zieke militair een militair geneeskundig onderzoek verricht (MGO). Een dergelijk onderzoek wordt verricht om vast te stellen wat de militair mankeert, of hij nog dienstgeschikt is en of de klachten dienstgerelateerd zijn. Lees meer over de gang van zaken bij een dienstongeval.
Uit het MGO onderzoek kwam onder andere naar voren dat voor de klachten dienstverband werd aanvaard; met andere woorden de klachten zijn in overwegende mate ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden. Er werd dus een verband tussen de klachten en het werk aangenomen. Deze uitspraak is in eerste instantie belangrijk in het kader van de militaire voorzieningen (lees meer over de militaire voorzieningen).
Op grond van de uitslag van het MGO werd het slachtoffer ontslag verleend op medische gronden. Drie maanden na het ontslagbesluit, stelde het slachtoffer de minister van defensie aansprakelijk voor de letselschade door de beroepsziekte RSI.
Ondanks het feit dat de minister van defensie in de MGO procedure het dienstverband voor de klachten had aanvaard, stelde dezelfde minister zich in de aansprakelijkheidsprocedure op het standpunt dat de bij het slachtoffer bestaande klachten niet in verband stonden met het werk.
Uitspraak rechter.
Indien de ambtenaar de minister aansprakelijk houdt voor zijn schade, zal de ambtenaar allereerst moeten bewijzen dat zijn schade is ontstaan door of in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Als hij daarin slaagt zal de minister (werkgever) moeten bewijzen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan (lees meer over de zorgplicht).
Met de woorden “in de uitoefening van de werkzaamheden” wordt bedoeld dat tussen de uitoefening van de werkzaamheden en de schade causaal verband moet bestaan.
Allereerst oordeelt de rechtbank dat de precieze benaming voor de klachten niet belangrijk is. Het gaat er niet om of er nu sprake is van RSI of Kans. Het gaat om de vraag of de bestaande klachten in causaal verband staan met het werk.
De rechtbank oordeelt ten tweede dat de minister van defensie in de aansprakelijkheidsprocedure niet kan terugkomen op zijn eerdere oordeel in het kader van het MGO dat de klachten in causaal verband staan. Immers, in de MGO-procedure was het dienstverband (en dus het causaal verband) aanvaard.
Nu de rechtbank het causaal verband heeft aangenomen, moet de minister van defensie bewijzen dat hij zijn zorgplicht jegens het slachtoffer is nagekomen. Hierover zal nog een oordeel moeten worden gegeven.
Een kwalijke praktijk wordt een halt toegeroepen.
Deze gang van zaken bij aansprakelijkheidsprocedures tegen defensie is Dolderman Letselschade Advocaat zeer bekend. Het wordt voor de militair als uitermate frustrerend ervaren dat dezelfde minister in de MGO procedure en in de aansprakelijkheidsprocedure volstrekt tegenstrijdige standpunten kan innemen. Deze handelwijze heeft niet alleen frustratie tot gevolg, maar leidt eveneens tot onnodige medische onderzoeken, vertraging en extra kosten.
Heeft u letselschade door een bedrijfsongeval, dienstongeval of beroepsziekte?
Neem contact op met militair letselschade advocaat mr. V. Dolderman. Gelet op zijn militaire achtergrond en grote ervaring in het claimen van militaire letselschade, bent u aan het juiste adres voor het krijgen van een rechtvaardige letselschade schadevergoeding. Wilt u uw schade claimen of wilt u gratis advies, bel dan 085-0240041 of vul het contactformulier in en u word teruggebeld.