Er is nog steeds een grote groep veteranen die in een juridische letselschadeprocedure met de minister van defensie is verwikkeld om een schadevergoeding te krijgen voor hun schade door PTSS. Dit zijn met name veteranen die niet onder de regeling ‘volledige schadevergoeding veteranen’ vallen.
Naar verluidt is de groep veteranen die een letselschade claim heeft ingediend in verband met PTSS 300 à 400 man (vrouw) groot. De meeste van deze procedures zijn echter in overleg tussen de veteranen en de minister van defensie ‘stil gelegd’ in afwachting van een aantal proefprocedures. Een van die zogenaamde proefprocedures heb ik namens mijn cliënt gevoerd. Ten einde de privacy van mijn cliënt te waarborgen noem ik mijn cliënt veteraan X.
Uitspraak 23 juli 2015
Op 23 juli 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep in de zaak van veteraan X een hele belangrijke uitspraak gedaan, waarbij – zoals ik in deze blog zal uitleggen – de minister een behoorlijke tik op de vingers heeft gehad!
Deze nieuwe uitspraak zal grote gevolgen hebben voor de veteranen maar ook voor de minister van defensie, daar waar het gaat om de letselschade claims.
Werkgeversaansprakelijkheid
In zijn algemeenheid heeft te gelden dat als een werknemer wordt geconfronteerd met schade opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden, de werknemer niet automatisch een schadevergoeding krijgt.
Of het nu gaat om een schade door een ongeval of door een beroepsziekte (bijvoorbeeld PTSS), er bestaat pas aanspraak op een schadevergoeding als de werkgever aansprakelijk is. Met andere woorden, de werkgever moet zijn zorgplicht hebben geschonden.
Wilt u meer lezen over aansprakelijkheid werkgever? Bekijk ook de 25 vragen en antwoorden over schadevergoeding voor militairen en veteranen.
Zorgplicht defensie bij veteranen
In de letselschade claims van de veteranen tegen defensie, staat de zorgplicht van defensie centraal. Defensie heeft de wettelijke plicht om binnen het redelijke er alles aan te doen om te voorkomen dat veteranen na een uitzending te maken krijgen met PTSS.
Het is bekend dat het zorgbeleid PTSS binnen defensie zich vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft ontwikkeld. Vanaf (midden) jaren ’90 heeft de minister zijn zorg onderverdeeld in grofweg 3 fasen bestaande uit:
• Voorbereiding op uitzending;
• Zorg tijdens uitzending;
• Nazorg.
Zie ook: de 25 meest gestelde vragen over PTSS
De zaak Dutchbat III
In 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de letselschade van veteraan M. Veteraan M werd in 1995 als lid van Dutchbat III uitgezonden naar het voormalig Joegoslavië waar hij de val van Srebrenica heeft meegemaakt. Na de uitzending ontwikkelde hij psychische klachten.
Veteraan M heeft vervolgens de minister aansprakelijk gesteld voor zijn PTSS schade. De minister van defensie wees zijn claim af en partijen hebben tot in hoogste instantie doorgeprocedeerd. Met de uitspraak van 25 maart 2013 werd veteraan M door de Centrale Raad van Beroep in het gelijk gesteld.
De minister van defensie had niet aangetoond dat voldoende zorg aan veteraan M was aangeboden en was dus aansprakelijk. De schade van veteraan M moest door de minister van defensie worden betaald.
Toetsingskader Dutchbat III
In de Dutchbat III zaak oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat de minister van defensie slechts aan de aansprakelijkheid kan ontkomen, indien zij aantoont dat zij haar zorgplicht jegens de veteraan is nagekomen.
Meer concreet moet de minister van defensie – om aan aansprakelijkheid te ontkomen – aantonen dat de veteraan in kwestie ook daadwerkelijk de benodigde zorg heeft ontvangen. Defensie kon dus niet volstaan met de algemene mededeling dat standaard iedere veteraan gebruik heeft kunnen maken van het bestaande zorgsysteem.
Gevolgen Toetsingskader Dutchbat III
De Dutchbat III uitspraak had grote gevolgen voor defensie. Immers, defensie kon niet meer volstaan met een algemene stelling dat de veteraan in kwestie gebruik heeft kunnen maken van het in theorie bestaande stelsel van zorg. Nee, de minister van defensie moet bewijzen dat de veteraan in kwestie ook daadwerkelijk de beschreven zorg heeft aangeboden gekregen.
- heeft de veteraan daadwerkelijk een debriefing gehad;
- heeft de veteraan in Nederland ook daadwerkelijk een terugkeergesprek heeft gehad en;
- heeft de veteraan ook daadwerkelijk de vragenlijsten heeft ontvangen?
Dit zijn vragen die de minister met bewijzen moet beantwoorden.
Het mag duidelijk dat de minister defensie door de uitspraak van 25 maart 2013 in een zeer lastige situatie terecht was gekomen.
Nogmaals, deze Dutchbat III uitspraak bracht met zich mee dat de minister van defensie – wil zij aan aansprakelijkheid ontkomen – binnen haar organisatie moet bewijs moet achterhalen betreffende de aan de veteraan in kwestie aangeboden zorg.
De zaak Dutchbat III standaard
Nee, dus!
Na de zaak Dutchbat III ging een ieder er vanuit, althans ik wel, dat het door de Centrale Raad van Beroep uitgezette toetsingskader de standaard zou worden waartegen elke veteranenclaim zou worden beoordeeld. Te meer omdat de minister van defensie na de Dutchbat III uitspraak herhaaldelijk in de media verkondigde dat zij het niet meer wilde dat veteranen met PTSS jarenlang moesten procederen om een schadevergoeding te krijgen.
De praktijk bleek echter veel weerbarstiger en in de veteranenclaims na Dutchbat III, stelde de minister van defensie zich op het standpunt dat het toetsingskader uit de zaak Dutchbat III alleen toegepast hoefde te worden op veteranen van Dutchbat III en niet op de andere veteranen.
De zaak veteraan X
In mijn zaak van de veteraan X werd in het kader van de werkgeversaansprakelijkheid door mij een beroep gedaan op het toetsingskader Dutchbat III. De minister van defensie wees de aansprakelijkheid af met de niet-gemotiveerde stelling dat iedere veteraan dus ook veteraan X, gebruik kon maken van het in theorie bestaande zorgstelsel.
Ondanks de omstandigheid dat veteraan X stelde dat hij geen gebruik heeft kunnen maken van het door de minister de defensie beschreven stelsel van zorg, werd door de minister geen enkel bewijs getoond waaruit bleek dat veteraan X wel zorg had ontvangen. Het toetsingskader uit Dutchbat III werd dus volledig genegeerd.
Na 5 jaar procederen heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2015 eindelijk een (tussen)uitspraak gedaan in de zaak van veteraan X. Zoals gezegd is dit een zeer belangrijke uitspraak aangezien het toetsingskader Dutchbat III ook in de zaak van veteraan X van toepassing werd verklaard!
Volg de link en lees de hele uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de minister van defensie ook in de zaak van veteraan X moet aantonen dat het in theorie bestaande stelsel van zorgook daadwerkelijk aan veteraan X is aangeboden. Kan de minister niet aantonen welke zorg concreet is aangeboden, dan is de aansprakelijkheid van de minister in beginsel gegeven.
Gevolgen voor alle veteranen claims
De betekenis van de nieuwe uitspraak zal groot zijn. Wat mij betreft is met deze uitspraak elke discussie voor wat betreft het toe te passen toetsingskader in een veteranenclaim gepasseerd.
In de praktijk betekent deze nieuwe uitspraak dat de minister van defensie in elke individuele letselschadezaak van een veteraan, moet aantonen welke zorg daadwerkelijk aan de betreffende veteraan is aangeboden. Kan de minister dat niet, dan is de minister van defensie in beginsel aansprakelijk voor de schade van de veteraan en moet een letselschadevergoeding worden betaald.
Zie ook: letselschade bij veteranen en militairen / veteranen met PTSS.
Volledige schadevergoeding
In het begin van deze blog heb ik al aangegeven dat deze rechtspraak niet van toepassing is op de veteranen die vallen onder de nieuwe regeling ‘volledige schadevergoeding veteranen’. Deze groep veteranen kan aanspraak maken op een schadevergoeding waarbij de aansprakelijkheid van de minister van defensie niet van belang is.
Volg de link en lees meer over volledige schadevergoeding veteranen.
Plaats een reactie
Bent u veteraan met PTSS en wilt u een claim indienen? Of heeft u nog vragen? Klik dan hier en vul het contactformulier in.
Bent u verwikkeld met defensie in een procedure over een schadevergoeding bij PTSS? Hoe ervaart u de opstelling van de minister van defensie? Deel uw gedachten en ervaringen met andere lezers. Plaats een reactie. U kunt hieronder ook meteen uw vragen stellen.
4 reacties. Reactie plaatsen
Geachte Heer Dolderman
Met grote interesse heb ik uw uiteenzetting gelezen over de schade claim tegen Defensie .
De duidelijkheid over het toetsingskader was voor mijn beeldvorming zeer waardevol , doch een citaat verbaasde mij .
U schrijft ; De meeste van deze procedures zijn echter in overleg tussen de veteranen en de minister van defensie ‘stil gelegd’ in afwachting van een aantal proefprocedures.
Over dit overleg is mij niets bekend , ik heb persoonlijk geen enkel bericht hierover gelezen of ontvangen.
Ik ben zelf een Libanon veteraan en heb bij uw confrere vd Meijden mijn zaak ondergebracht .
Van hem ontving ik vandaag de info over de door u gevoerde zaak voor collega Libanon veteraan K .
Ik heb begrepen dat het doel van deze rechtszaak bij CrvB is dat ook bij Libanon veteranen het zelfde toetsingskader hanteert als ook in de zaak M gehanteerd is en later ook door de CrvB bij een andere zaak door Dutchbatt III veteranen is toegekend .
In het stuk van de Stentor wat ik heb gelezen stond dat er tijdens de zitting in Utrecht erg weinig belangstelling was van mede veteranen die in het zelfde schuitje zitten .
Ik moet bekennen dat ik niet op de hoogte was van deze zitting wat mij gelijk brengt bij het volgende punt . Is het geen idee dat er middels een nieuwsbrief de desbetreffende veteranen op de hoogte worden gebracht van zittingen van collega veteranen .
Dat er inmiddels een grote groep van rond de 300 collega’s veteranen zijn die net als ik ook een claim hebben lopen is bekend , wat hopelijk ook bekend is is dat er door de houding van Defensie er steeds meer verzet komt , men heeft het gehad de rek is er uit . Defensie doet er alles aan om te traineren , wij veteranen gaan opnieuw kapot lopen vast in hun trauma wat door deze ziekmakende houding voor nieuwe problemen zorgt . Of zoals Dr Martens ooit vertelde bij Pauw en Witteman , er lopen duizenden wandelende tijdbommen rond . Met name de groep van 300 wordt door Defensie op scherp gesteld .
Het wordt tijd dat er een collectief offensief jegens Den Haag gestart wordt . Defensie is bezig op allerlei fronten verdeel en heers strategieën toe te passen . Ik ben van mening dat juist het laten horen van een stevig collectief tegengeluid er in iedergeval niet meer gesolt gaat worden met deze grote groep Getraumatiseerde veteranen .
Graag een reactie op bovenstaande .
Met vriendelijke Groet ,
Gerard Kempers
Hartelijk dank namens mr. Vincent Dolderman!
En het traineren gaat maar door nog even en ze kunnen de restschade postuum uitreiken, hebben wij ons hiervoor ingezet. SCHANDELIJK!!!!!!!!
Vraag is doorgezet naar de onze afdeling