Voor het eerst erkenning voor zieke militair, die uitkering krijgt na gebruik van wapenolie PX10: ‘Een doorbraak’
1 VANDAAG 06-02-2023 16:00 Sander ‘t Sas
Een doorbraak – Voor het eerst
Voor het eerst is een uitkering toegekend aan een militair die jarenlang het giftige reinigingsmiddel PX10 moest gebruiken. De man heeft kanker gekregen en het intensief gebruik van PX10 wordt nu als directe oorzaak gezien. Dat is een doorbraak, vindt de militaire vakbond AFMP. Die voert al jaren een juridische strijd voor zieke oud-militairen en hun nabestaanden.
De betreffende militair, die in de jaren 80 bij de marine werkte en non-hodgkinlymfoom (een bloedkanker) heeft, deed een aanvraag voor een militair invaliditeitspensioen (MIP). Dat is een uitkering die militairen krijgen als ze door het werk ziek zijn geworden.
Hij kreeg die na een langdurige juridische procedure toegewezen. “Dat is echt voor het eerst”, zegt AFMP-voorzitter Ruud Bergsma.
Standaard afwijzingsbrief
Tot nu toe ontvingen alle militairen die aangaven ziek te zijn geworden door PX10 een standaard afwijzingsbrief, omdat er geen verband zou zijn tussen het gebruik van de wapenolie en kankergevallen. Defensie en uitvoeringsinstantie Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) wezen altijd standaard naar een rapport van het RIVM uit 2011.
Daarin wordt gesteld dat de gemiddelde blootstelling heel laag moet zijn geweest en dat de kans op kanker minimaal is. Er werd nooit een individueel medisch onderzoek gedaan. Ook medische gegevens werden niet opgevraagd.
Kritiek op rapport
Gerenommeerde toxicologen hebben het rapport van het RIVM altijd bekritiseerd, zoals hoogleraar Jan Tytgat van de Universiteit van Leuven. “De conclusie van het RIVM-rapport klopt niet. Ook voor een korte periode is er toch een zeer verhoogd risico op leukemie”, zei Tytgat in eerdere uitzendingen van EenVandaag.
Ook zou het RIVM voor het onderzoek slechts 23 hogere legerofficieren hebben gesproken en niemand van de ruim 1,7 miljoen mensen die ooit met PX10 zouden hebben gewerkt. Ook werkten er geen medici aan mee.
Direct verband
Vakbond AFMP en de militair voerden de afgelopen 5 jaar een juridische procedure om af te dwingen dat er wel een individueel medisch onderzoek kon worden gedaan. En dat er dus niet alleen naar het RIVM-rapport uit 2011 zou worden gekeken.
Zowel de rechtbank als de Centrale Raad van Beroep ging hier uiteindelijk in mee. Ze gaven het ABP de opdracht individueel medisch onderzoek te doen. “Hieruit is vastgesteld dat er wel degelijk een direct causaal verband was tussen PX10 en zijn ziekte”, zegt advocaat Lotte van den Broek, die namens de militair en vakbond AFMP de zaak voerde.
Ruimhartig
AFMP-voorzitter Ruud Bergsma hoopt dat Defensie nu ruimhartig zal zijn voor al die andere militairen die ziek zijn geworden en hun nabestaanden.
“Het zou goed zijn als nu in ieder geval al die militairen medisch worden onderzocht en niet standaard worden afgewezen.” Hij roept zieke militairen op zich te melden.
Wapenolie PX10
Tussen 1950 en 1995 gebruikten zo’n 1,7 miljoen mensen, waaronder beroepsmilitairen en dienstplichtigen, wapenolie PX10. Hiermee maakten zij zonder bescherming onder meer wapens en wapenonderdelen schoon. Het werd gezien als een wondermiddel, omdat zelfs de meest roestige of smerige spullen na gebruik van PX10 brandschoon werden.
PX10 zou onder meer de giftige stoffen xyleen, tolueen en benzeen bevatten, maar het exacte ingrediëntenlijstje ontbreekt volgens Defensie.
In 1981 werd intern bij Defensie al gewaarschuwd voor de giftigheid van het middel, maar in 1984 gaf de toenmalige directeur materieel aan dat er ‘om strategische redenen’ toch met PX10 moest worden doorgegaan. Defensie stelt dat het gehalte benzeen in die periode erg laag was, maar kan het recept van PX10 niet vinden.
“ABP heeft fout gemaakt”
Het ministerie van Defensie stelt in een reactie dat uitvoeringsinstantie ABP geen goed onderzoek heeft gedaan. Staatssecretaris Christophe van der Maat zegt dat het pensioenfonds een fout heeft gemaakt.
“Ze hebben ons reglement van vóór het RIVM-rapport van 2011 gebruikt, toen we nog dachten dat er een causaliteit was. Het is een casus die op zichzelf staat”, zegt de staatssecretaris. “Maar dat maakt nu niet dat de regelgeving anders wordt.”
Verbijstering
Advocaat Lotte van den Broek is verbijsterd door deze uitspraken van de staatssecretaris. “In de uitspraak van zowel de rechtbank als de Centrale Raad van Beroep staat hier helemaal niets over. Er wordt juist aangestuurd op een toetsing op de individuele medische casus, niet op basis van het RIVM-rapport.”
Letterlijk staat er in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat de Raad meegaat in het eerdere oordeel van de rechter. De hoogste bestuursrechter vindt dat de staatssecretaris ‘ten onrechte geen aanleiding heeft gezien om een nader verzekeringsgeneeskundig onderzoek te laten verrichten’.
https://eenvandaag.avrotros.nl/item/voor-het-eerst-erkenning-voor-zieke-militair-die-uitkering-krijgt-na-gebruik-van-wapenolie-px10-een-doorbraak/
ECLI:NL:CRVB:2021:1776
Uitspraak delen
InstantieCentrale Raad van Beroep
Datum uitspraak15-07-2021
Datum publicatie22-07-2021
Zaaknummer19/4447 MPW
RechtsgebiedenAmbtenarenrecht
Bijzondere kenmerkenHoger beroep
Verzoek om toekenning van een militair invaliditeitspensioen ten onrechte afgewezen. Risico’s van het werken met PX10 binnen Defensie. Het betoog dat 20 jaar na de laatste blootstelling een extra gezondheidsrisico ten opzichte van het natuurlijk risico op leukemie niet meer aantoonbaar is, kan niet slagen. De staatssecretaris heeft zich namelijk verbonden aan een risicoperiode van 25 jaar. Dat volgt uit de PX10-bullitins van Defensie. Deze periode dient daarom tot uitgangspunt worden genomen bij het bepalen van het causaal verband. De Raad is, anders dan de staatssecretaris en met de rechtbank, van oordeel dat de staatssecretaris in de door betrokkene overgelegde gegevens ten onrechte geen aanleiding heeft gezien om een nader verzekeringsgeneeskundig onderzoek te laten verrichten. Bij het nader besluit heeft de staatssecretaris het bezwaar tegen het besluit van 15 december 2017 opnieuw ongegrond verklaard. Met betrokkene constateert de Raad dat in het nader besluit en door de verzekeringsarts niet is ingegaan op de openbaring van de eerste klachten zoals die naar voren komt uit de medische gegevens. Niet duidelijk is wat dit betekent voor het causaal verband. Dit rechtvaardigt de conclusie dat nader verzekeringskundig onderzoek noodzakelijk is, waarbij ook de overige factoren dienen te worden betrokken. Een relevante factor is in ieder geval de omstandigheid dat betrokkene tabak rookt sinds zijn 16e jaar. Mocht de verzekeringsarts alsnog tot de conclusie komen dat sprake is van een invaliditeit in betekenende mate, in plaats van in enige mate, dient tevens een invaliditeitspercentage te worden vastgesteld in de nieuw te nemen beslissing op bezwaar. Bevestiging aangevallen uitspraak en vernietiging nader besluit.