Recentelijk is duidelijk geworden dat de belastingdienst ten onrechte loonheffing inhoudt op de bijzondere invaliditeitsverhoging. Dit is ook bevestigd door de belastingdienst. Dat betekent dat militaire dienst- en oorlogsslachtoffers met een bijzondere invaliditeitsverhoging jarenlang financieel zijn benadeeld. Dit nadeel kan jaarlijks oplopen tot meerdere duizenden euro’s.
Bijzondere invaliditeitsverhoging
De bijzondere invaliditeitsverhoging is een extra vergoeding die militaire dienst- en oorlogsslachtoffers kunnen krijgen bovenop hun militair invaliditeitspensioen. Hoe zit het nu met de militaire pensioenen?
Militair invaliditeitspensioen
Als u als militair tijdens een uitzending invalide bent geraakt, dan kunt u na uw ontslag uit de militaire dienst waarschijnlijk in aanmerking komen van een militair invaliditeitspensioen. Gedurende een keuring wordt vastgesteld of het letsel is ontstaan tijdens de uitzending en welke invaliditeit dat letsel veroorzaakt.
Aan de hand van de mate van invaliditeit en uw pensioengrondslag (laatstverdiende inkomen bij defensie) wordt de hoogte van het militair invaliditeitspensioen vastgesteld. Het militair invaliditeitspensioen kan vervolgens maandelijks tot uitbetaling komen.
Bijzondere invaliditeitsverhoging (afgekort BIV)
De bijzondere invaliditeitsverhoging is een extra vergoeding bovenop het militair invaliditeitspensioen. Om in aanmerking te kunnen komen voor een BIV moet sprake zijn van een zogenaamde medische eindsituatie en uw mate van invaliditeit moet minimaal 10% zijn. Let op! In de loop van de jaren is het minimumpercentage wel herhaaldelijk gewijzigd. Dit was oorspronkelijk > 80% invaliditeit, is later verlaagd naar >20% invaliditeit en is sinds enige tijd verder verlaagd naar 10% invaliditeit.
De bijzondere invaliditeitsverhoging wordt maandelijks door het ABP uitgekeerd. Het valt daarbij op dat het ABP loonheffing inhoudt op de BIV en dat de belastingdienst de BIV kwalificeert als loon.
In de periode 2010 tot en met 2019 werd jaarlijks een bruto bedrag van ongeveer € 4,9 miljoen aan bijzonder invaliditeitspensioen uitgekeerd. De hoogte van het bedrag zal in de jaren 2020, 2021 en 2022 niet wezenlijk veranderd zijn. Vanaf 2023 zal de grootte van het bedrag aan bijzondere invaliditeitsverhoging als gevolg van de indexatie hoger liggen.
Bijzondere invaliditeitsverhoging is smartengeld
Door het ministerie van defensie en ook door de Centrale Raad van Beroep (zie de uitspraak van de CRvB van 28 juni 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BA9032) wordt bevestigd dat de bijzondere invaliditeitsverhoging specifiek is bedoeld ter compensatie van het leed, de pijn en het verdriet waarmee een militair dienst- en oorlogsslachtoffers door zijn invaliditeit wordt geconfronteerd. Kortom, de bijzondere invaliditeitsverhoging is een compensatie voor immateriële schade of anders gezegd smartengeld.
Smartengeld is belastingvrij
Inmiddels 40 jarig geleden oordeelde de Hoge Raad (HR 29 juni 1983, ECLI:NL:HR:1983:AW9439, het Smeerkuil – arrest) dat door een werkgever in verband met diens aansprakelijkheid voor een aan zijn werknemers overkomen ongeval betaalde vergoedingen voor immateriële schade en het verlies aan arbeidskracht – behoudens bijzondere omstandigheden zoals bepaalde afspraken in de arbeidsovereenkomst – niet zo zeer hun grond vinden in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten moeten worden aangemerkt.
In beginsel wordt smartengeld dus niet als loon aangemerkt en om die reden wordt er ook geen loonheffing op ingehouden.De hoofdregel is dat smartengeld belastingvrij is, tenzij sprake is van een uitzondering zoals bepaalde afspraken in de arbeidsovereenkomst.
Waarom wordt er dan toch loonheffing ingehouden op de bijzondere invaliditeitsverhoging?
De bijzondere invaliditeitsverhoging wordt maandelijks uitbetaald door het ABP en is geregeld in de rechtspositie van de militairen. De belastingdienst heeft daarom altijd het standpunt ingenomen dat sprake is vaneen afspraak in de arbeidsovereenkomst(de uitzondering) en dat daarom de bijzondere invaliditeitsverhoging beschouwd dient te worden als loon waarop loonheffing moet worden ingehouden (zie de uitzondering van de Hoge Raad van 29 juni 1983).
De belastingdienst beschouwt de bijzondere invaliditeitsverhoging dus als loon en om die reden wordt loonheffing ingehouden. Gevolg daarvan is overigens niet alleen dat loonheffing wordt ingehouden, maar ook dat de bijzondere invaliditeitsverhoging wordt meegenomen in de beoordeling of aanspraak gemaakt kan worden op bepaalde inkomensafhankelijke toeslagen of subsidies.
SMEERKUIL 2 -arrest
In 2022 boog de Hoge Raad zich over het volgende geval. Een werknemer was tijdens zijn werk een ongeval overkomen met letsel tot gevolg. Op grond van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling had de werkgever een ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering voorzag in een vergoeding in verband met blijvende arbeidsongeschiktheid. De werknemer ontving een vergoeding van € 32.375,00 onder inhouding van € 13.270,81 aan loonheffing met een beroep op de uitzondering van de Hoge Raad van 29 juni 1983.
In zijn uitspraak van 25 maart 2022 (HR 25 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:444) gaf de Hoge Raad een toelichting op wat hij nu bedoelde in 1983 met de woorden ‘zoals bepaalde afspraken in de arbeidsovereenkomst’.
De Hoge Raad legde uit dat hij met de woorden ‘zoals bepaalde afspraken in de arbeidsovereenkomst’ bedoelde te zeggen:
“Vergoedingen van immateriële schade en verlies aan arbeidskracht worden niet als loon aangemerkt – een uitzondering kan worden gemaakt indien en voor zover de werkgever aan zijn erkenning van aansprakelijkheid een hogere vergoeding verbindt dan rechtstreeks uit die aansprakelijkheid voortvloeit. Wanneer de werkgever niet zo’n hogere vergoeding aan die erkenning verbindt, brengt de vastlegging in de arbeidsovereenkomst materieel geen verandering in de rechten die de werknemer als gevolg van het ongeval heeft. Dan is er ook geen reden om over de belastbaarheid van de vergoeding anders te oordelen dan in het geval van de werknemer ten aanzien van wie in de arbeidsovereenkomst niets is geregeld omtrent een vergoeding als hiervoor bedoeld. Indien bij of krachtens de arbeidsovereenkomst geen hogere vergoedingen voor immateriële schade en verlies aan arbeidskracht zijn voorzien dan bepaald worden door de op de werkgever rustende aansprakelijkheid, doet de uitzondering op de hoofdregel zich daarom niet voor.”
Vrij vertaald komt het neer op het volgende:
- Wordt vanuit de afspraak in de arbeidsovereenkomst (of rechtspositie) een hogere vergoeding aan smartengeld betaald dan het bedrag aan smartengeld dat de werkgever op basis van civielrechtelijke aansprakelijkheidhad moeten betalen? Is het antwoord NEE dan mag er geen loonheffing worden ingehouden;
- Wordt vanuit de afspraak in de arbeidsovereenkomst (of rechtspositie) een hogere vergoeding aan smartengeld betaald dan het bedrag aan smartengeld dat de werkgever op basis van civielrechtelijke aansprakelijkheid had moeten betalen? Is het antwoord JA dan mag er wel loonheffing worden ingehouden.
Als de belastingdienst loonheffing wil inhouden op de BIV, dan zal de belastingdienst in ieder geval moeten motiveren dat de BIV een hogere vergoeding is dan het bedrag aan smartengeld dat het militaire dienst- en oorlogsslachtoffer had kunnen krijgen op basis van civielrechtelijke aansprakelijkheid.
Bezwarenprocedure aanslag inkomsten belasting
Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad is onlangs door de Ymo Hartzema (veteraan en oud-voorzitter van de vereniging De gewonde soldaat) met hulp van DLSA een procedure tegen de belastingdienst gevoerd waarbij het specifiek ging over de in de ogen van de veteraan ten onrechte ingehouden loonheffing op zijn bijzondere invaliditeitsverhoging.
Met verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 maart 2022 werd bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting. Meer specifiek werd gemotiveerd dat de belastingdienst ten onrechte de bijzondere invaliditeitsverhoging als loon beschouwt en dus dat ten onrechte loonheffing over de bijzondere invaliditeitsverhoging wordt ingehouden.
Deze bezwarenprocedure was succesvol in de zin dat de belastingdienst heeft toegegeven dat ten onrechte de bijzondere invaliditeitsverhoging is gekwalificeerd als loon en dus dat ten onrechte loonheffing daarop isingehouden! Een aanzienlijk bedrag aan ten onrechte ingehouden loonbelasting wordt terugbetaald.
Probleem opgelost?
Nu de belastingdienst heeft bevestigd dat op de bijzondere invaliditeitsverhoging geen loonheffing mag worden ingehouden is het probleem opgelost, toch?
Nee, niet echt.
Ik besprak al dat het ABP maandelijks de bijzondere invaliditeitsverhoging uitbetaalt. In het uitkeringssysteem van het ABP is de bijzondere invaliditeitsverhoging niet als een netto emolument opgenomen! Het komt er dus op neer dat het uitkeringssysteem de bijzondere invaliditeitsverhoging als loon beschouwt en daarom kan het systeem niet anders dan loonheffing inhouden.
Het probleem van de ten onrechte ingehouden loonheffing kan dus niet worden opgelost omdat het uitkeringssysteem daar niet op gebouwd is. Of het uitkeringssysteem van het ABP kan worden aangepast is vooralsnog onduidelijk.
Wat te doen tegen ten onrechte inhouden loonheffing op de BIV?
Het eerste dat gedaan moet worden is tegen een aanslag inkomstenbelasting binnen een termijn van 6 weken bezwaar indienen. In de juridische bezwarenprocedure moet schriftelijk uiteen worden gezet dat de bijzondere invaliditeitsverhoging ten onrechte is gekwalificeerd als loon en dus dat ten onrechte loonheffing daarop is ingehouden.
Het is belangrijk dat binnen een termijn van 6 weken na de aanslag bezwaar wordt ingediend. Het bezwaar moet schriftelijk worden gedaan.
De advocaten en juristen van DLSA kunnen u helpen met het voeren van een bezwarenprocedure tegen de belastingdienst. Wij nemen het volledige juridische traject uit uw handen.
In het geval u nog geen definitieve aanslag hebt ontvangen, dan kunt u zelfstandig uw aangifte uit het betreffende jaar wijzigen. U kunt bij het ABP informeren naar de hoogte van het bedrag aan bijzondere invaliditeitsverhoging in het betreffende jaar. Dat bedrag kunt u dan vervolgens aftrekken van uw loon bij de aangifte. Advies is wel om hierover overleg te voeren met de inspecteur van de belasting.
Moet de onterechte ingehouden loonheffing over alle jaren terugbetaald worden?
Dat ligt ingewikkeld en is een kwestie van interpretatie van de uitspraak van de Hoge Raad van 25 maart 2022. Kort en goed komt het erop neer dat in het geval de uitspraak van 5 maart 2022 gezien moet worden als nieuwe rechtspraak,er geen mogelijkheid is om over een langere periode terug te vorderen.
Als de uitspraak van 25 maart 2022 niet zozeer als nieuwe rechtspraak maar meer als een nadere uitleg van de uitspraak van 29 juni 1983 moet worden gezien, dan bestaat er wel een verplichting van de belastingdienst om over meerdere jaren terug te betalen. Er moet wel rekening worden gehouden met de verjaringstermijn.
De Staatssecretaris van Financiën heeft overigens al kenbaar gemaakt dat naar zijn mening de uitspraak van de Hoge Raad van 25 maart 2022 gezien moet worden als nieuwe rechtspraak met het gevolg dat alleen tegen nieuwe aanslagen bezwaar kan worden gemaakt. Het is overigens zeer de vraag of het standpunt van de Staatssecretaris stand houdt bij de rechter.
HULP nodig bij het indienen van bezwaar indienen tegen de aanslag?
Hebt u hulp nodig bij het terug krijgen van ten onrechte ingehouden loonheffing op uw bijzondere invaliditeitsverhoging? De advocaten en juristen van DLSA zijn gespecialiseerd in het geven van deskundige rechtshulp aan militaire dienst- en oorlogsslachtoffers. Wij kunnen u helpen bij het terugvorderen van de ten onrechte ingehouden loonheffing op uw bijzondere invaliditeitsverhoging.
2 reacties. Reactie plaatsen
Hallo,
Inmiddels zijn we een half jaar verder en een brief van Defensie dat zij dit heel anders zijn en dat er terecht belasting is ingehouden.
Maar klopt dit wel en is er verder nog actie ondernomen of te nemen?
Na de reactie van Defensie is het overal wel erg stil.
Ik heb al sinds 1990 40% biv dus enkele duizenden euro’s per jaar belasting. Wat kan ik nog doen?
Alvast dank voor de reactie
Peter Ebbelink
Amsterdam
Goedendag,
Als er i.d.d. ten onrechte loonheffing inhouden word op de bijzondere invaliditeitsverhoging, ben ik al 41 jaar gedupeerd. Dit zou betekenen dat ik heel veel geld misgelopen ben.
Mocht het zo zijn dat jullie (letselschade advocaten) in het gelijk worden gesteld, zou ik het zeer op prijs stellen dat jullie contact met mij opnemen.
Alvast bedankt,
Mvg Berry,